Hey! Ik ben Patrick...

Al toen ik vijf jaar oud was, wist ik dat ik mij anders moest gedragen dan naar hoe ik mij voelde, wat ik zag of hoorde. Dat werd mij erg duidelijk toen ik door mijn moeder naar de psychiatrische dagopvang werd gebracht nadat ik haar had verteld dat ik oma had gezien en gesproken. Kleine kanttekening, oma was al ruim twee jaar dood.
Er gebeurde meer in mijn jonge leven waardoor ik steeds beter leerde hoe ik een rol moest spelen zodat ik niet opviel, op m’n kop kreeg of weggebracht werd. Het gevoel dat ik anders was dan anderen bleef altijd bij me. Ik leerde ook dat ik me niet zomaar kon uiten, want iedere keer als ik dat wel deed, werd ik gepest of kreeg ik op mijn donder. Dit zorgde ervoor dat de ontwikkeling van mijn overduidelijke spirituele gave stil kwam te liggen of beter gezegd, dat ik dat deel van mezelf negeerde. Het was niet dat er niks meer gebeurde of dat mijn gave helemaal weg was, want – hoewel een stuk minder – ik zag en voelde wel degelijk nog ‘dingen’. Door het negeren van mijn spirituele gaven begon ik steeds meer met mezelf in de knoop te zitten en vertoonde ik hierdoor ook bijzonder gedrag naar de buitenwereld.
Ik werd rebels, hing de kwajongen uit en kreeg veel oudere vrienden die niet allemaal even zuiver waren. Toen ik dertien jaar was nam ik mijn eerste XTC-pil en kort daarna ging ik naar houseparty’s en hardcore gabberfeesten. Achteraf weet ik dat dit vluchtgedrag was en een manier was om bij mensen te horen die mij wel ‘accepteerden’. De drugs en het feesten doe ik niet meer. Het kapsel is het enige wat van die tijd overgebleven is.
Van verlegen muurbloem naar aanwezige man
Op m’n twintigste nam ik het besluit om mijn leven over een andere boeg te gooien, ik zette mijn handtekening onder het arbeidscontract van de Koninklijke Landmacht.
Shit got real, really fast…
Van muurbloem werd ik in zeer korte tijd een aanwezige man en kreeg eindelijk het gevoel ergens bij te horen. Even had ik het gevoel dat ik geaccepteerd werd zoals ik was, maar dat gevoel bleef niet lang zo.
Na het afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO) en de functieopleiding kreeg ik al vrij snel te horen dat ik voor de eerste keer op missie mocht naar Bosnië. Ik vond het geweldig, maar toch ook wel een beetje spannend, mijn leven veranderde behoorlijk.
De kersverse relatie die ik had, werd abrupt beëindigt en het rustige leven wat ik toen nog had, veranderde in meer uitgaan en feesten, want stel dat ik niet meer terug zou komen…
Gelukkig kwam ik heel en ongeschonden terug van die missie, wel een stuk rijker aan levenservaring en levensenergie.

Flexibel zijn was mijn redding

Gedurende de negen jaar (2000 – 2009) dat ik werkzaam was bij de Landmacht ging ik in totaal drie keer op missie. Twee keer naar Bosnië (Banja Luka – SFOR 11 & Bugojno – EUFOR 2) en één keer naar Afghanistan (Tarin Kowt – TFU 3).
Na afloop van de missies had ik er, zowel lichamelijk als geestelijk, niks aan overgehouden. Dat wil niet zeggen dat ik ‘niks’ had meegemaakt, maar wel dat ik flexibel genoeg was om op een gezonde manier om te gaan met de dingen die ik had meegemaakt. Ik had mezelf aangeleerd om over zaken te praten en te relativeren. Dat was voor mij echt een redding, als ik niet zo in het leven had gestaan, was het waarschijnlijk wel anders met mij afgelopen.
Ik was meester in poppenkast voorstellingen
Ondanks dat ik toen al bewuster in het leven stond, was ik een meester geworden in het houden van poppenkastvoorstellingen. Als het nodig was, kon ik een totaal ander persoon neerzetten die precies het gewenste gedrag kon vertonen zodat ik geen gezeik of moeilijkheden kreeg. Helaas bleek het ook binnen de Landmacht nodig om mijzelf aan te passen, want mijn ‘gevoelige’ kant werd daar niet geaccepteerd. Ze vonden mij een vreemde eend en moest mezelf maar aanpassen zodat ik binnen het plaatje paste en volgzaam was en bleef.
Omdat ik het zo fijn vond dat ik ergens bij hoorde, was ik zo goed geworden in het houden van een poppenkastvoorstelling dat ik op een gegeven moment mezelf volledig was kwijtgeraakt. Ik wist niet meer waar ik vrolijk van werd of wat mijn passies in het leven waren. Hierdoor stond ik steeds verder af van de persoon die ik in essentie was.
Uiteindelijk kon ik ook die poppenkastvoorstelling niet langer volhouden, het begon aan me te knagen en mijn gave wou echt gezien en gevoeld worden. Ik kon er niet meer onderuit, het gevoel dat ik niet meer thuishoorde bij de Landmacht werd sterker en daardoor begon ik ook hier steeds bijzonderder gedrag te vertonen. Het beleid en de verwachtingen binnen de Landmacht paste totaal niet meer bij mij en daarom nam ik in 2009 ontslag.
Ik ben dankbaar voor de tijd bij de Landmacht, het heeft mij onwijs veel levenservaring gegeven waardoor ik mijzelf onder andere makkelijker in andere situaties kan inbeelden en met andere mensen kan meeleven.

Van Militair naar Energetisch Therapeut

Bezig zijn met computers was toen een hobby, bij de Landmacht kon ik al wat proeven aan de professionele ICT-wereld. Uiteindelijk maakte ik van mijn hobby, mijn beroep. Na mijn carrière bij de Landmacht werd ik ICT-er.
Daarnaast besteedde ik nog meer tijd en energie in mijn persoonlijke en spirituele ontwikkeling. Ik wilde mijn gaven beter ontwikkelen. Dat deed ik omdat het voor mij ook steeds helderder werd dat ik anderen wilde helpen bij hun persoonlijke proces, met het helen van trauma’s en de begeleiding bij het liefde- en eervol te zijn aan zichzelf. Ik volgde veel opleidingen, zoals hypnotherapie, reiki (werken met energie), ademwerk en traumaverwerking, om doormiddel van lichaamsbewegingen en bepaalde drukpunten in het lichaam spanningen en trauma’s, die in het lichaam vastzitten, los te laten, maar ook reïncarnatie- en regressietherapie waarmee trauma ervaringen vanuit dit leven en voorgaande levens opgelost kunnen worden.
Bij de Landmacht kon ik mijn ei niet kwijt. Ik voelde geen ruimte voor mijn spirituele ontwikkeling en kon daardoor niet mezelf zijn. Het grappige is dat ik met de gaven die ik bij defensie jarenlang onderdrukte, nu anderen, ook (ex-)militairen, help om zichzelf weer terug te vinden. Dat doe ik met veel spirituele invloeden, maar ook met een nuchtere aanpak zodat mensen die minder bekend zijn met spiritualiteit niet afgeschrikt worden.
Spiritualiteit is niks vreemds, maar juist heel normaal. In ons dagelijks leven heeft immers bijna iedereen wel spirituele ervaringen: een bepaald onderbuikgevoel, de ervaring dat als je aan iemand denkt die persoon opeens opbelt of het onmiddellijk aanwezige gevoel dat er in een ruimte iets aan de hand is als je naar binnen loopt. Bewustzijn valt ook onder het thema spiritualiteit en met dat bewustZIJN kunnen we juist veel meer doen. Wanneer mensen bewuster worden van hun eigen gevoelens en die aandacht geven, blijven mensen veerkrachtig. Als niks meer weggedrukt hoeft te worden, zorgt dat voor een bepaalde vorm van rust. Het heeft mijzelf ook goed geholpen in de verwerking van impactvolle gebeurtenissen tijdens mijn missies bij de Landmacht.
Een gevechtssituatie waarbij slachtoffers vallen maakt veel impact op ieder mens. Wanneer je dan alle emoties en gevoelens wegdrukt, raakt de spreekwoordelijke emmer alleen maar voller en stroomt die emmer na verloop van tijd uiteindelijk over. Er is dan geen ruimte meer om de indrukken van toekomstige heftige situaties goed te verwerken. Juist wanneer je na zo’n impactvolle actie wel de tijd neemt om te reflecteren en de indrukken met collega’s, vrienden of een therapeut bespreekt, ontstaat er weer ruimte in de emmer. In die verwerking helpt het om emoties er juist te laten zijn. Het is mijn mening dat jij als persoon het aangaat om een bewustere leefwijze en daarbij spiritualiteit toelaat, je een fijne en veerkrachtiger leven zult hebben. Op mijn manier draag ik daar nu, na een lange persoonlijke reis, mijn steentje aan bij.
